Je ziet dat in de opdracht allerlei kleine opdrachtjes staan. Voor die opdrachten staat het volgende tekentje: Alle opdrachten waarvoor dit tekentje staat, moeten in het verslag terugkomen.
Schrijf het verslag in je eigen woorden. Doe het kort en krachtig. Per vraag staat vermeld hoeveel tekst je mag schrijven. Werk de vragen netjes op volgorde af.
Je kunt ervoor kiezen om de uitwerkingen van de vragen eerst op kladpapier te schrijven, maar het is ook handig wanneer je gelijk Word opent en de opdrachten uittypt.
Typ het verslag in Word.
Zorg voor:
een mooie voorkant (titel, naam, klas),
een inleiding
kern (de uitgewerkte opdrachten)
slot en paginanummering.
Zorg dat het verslag er aantrekkelijk uitziet, met plaatjes die bij het thema passen. Maak het niet te vol, hooguit 1 afbeelding per pagina van je verslag.
Lever het verslag in een snelhechter in bij de docent. De docent geeft aan voor welke datum je het verslag ingeleverd moet hebben.
Huizen, Oostmaaslaan, Rotterdam
Foto: MatteoNL97, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons