Mensen hebben wensen op woongebied. Ze willen bijvoorbeeld in een rustige buurt wonen, of juist in het centrum. Ook Hans heeft woonwensen.

Kies een aantal punten uit het onderstaande lijstje om een stukje tekst in eigen woorden te schrijven van 100-200 woorden over de woonwensen van Hans. Probeer je in te leven in Hans en Nienke.

1. Hoe groot moet het zijn? (hoeveel kamers, hoeveel oppervlakte)

2. Oud of nieuwbouw?

3. Huis of appartement?

4. Hoog of laag?

5. Tuin of geen tuin, balkon of geen balkon?

6. Klussen of helemaal af?

7. Parkeermogelijkheden

8. Stad of dorp

9. Winkels in de buurt?

10. Rustige buurt of drukke buurt?

11. Hoeveel reistijd naar werk?